Meedelen identiteit bestuurder
- Wagen ingeschreven op naam van een natuurlijke persoon
- Wagen ingeschreven op naam van een rechtspersoon
Wanneer een overtreding wordt begaan van de wegcode met een voertuig dat is ingeschreven op naam van een natuurlijke persoon, wordt vermoed dat deze persoon ook de overtreding heeft begaan.
Bent u eigenaar van een voertuig en met dit voertuig werd een overtreding begaan, dan zal men er dus van uitgaan dat u de overtreding hebt begaan en men zal u aanspreken in betaling van een minnelijke schikking of zelfs overgaan tot dagvaarding, naargelang de ernst van de overtreding.
Er is in dat geval sprake van ‘een vermoeden van schuld’ dat u weliswaar kan weerleggen met alle middelen van recht.
Heeft iemand anders met uw wagen gereden en een overtreding begaan? Dan is het dus aangewezen dat u de identiteit van deze bestuurder doorgeeft.
Betwist deze derde persoon de feiten te hebben begaan of is er geen enkele medewerking, dan neemt best meteen contact op met onze diensten.
Indien een overtreding wordt begaan met een voertuig ingeschreven op naam van de rechtspersoon (NV, BV, VZW, enzovoort), kan het zijn dat u een minnelijke schikking ontvangt met het voorstel om de verkeersboete te betalen of te betwisten.
Indien u verder leest zal u opmerken dat men u eveneens verzoekt de identiteit van de bestuurder op het ogenblik van de overtreding mee te delen.
De verplichting om de identiteit van de bestuurder mee te delen ontstaat van zodra men daartoe een vraag krijgt. De mededeling moet gebeuren binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de datum waarop de vraag om inlichtingen werd verstuurd.
OPGELET: Het betalen van de voorgestelde boete volstaat dus niet. Ook als er geen sprake is van betwisting en u betaalt de boete, dient u ook de identiteit en gegevens van de bestuurder mee te delen.
Deelt u de identiteit van de bestuurder niet mee nadat u daartoe de vraag kreeg, riskeert u, als rechtspersoon, te worden beboet of gedagvaard voor de politierechtbank omdat u naliet de vraag naar de identiteit van de bestuurder te beantwoorden.
De straf kan gaan van een gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden en een geldboete van € 200 tot en met € 4.000. Wanneer het niet de eerste keer is binnen een periode van drie jaar na een voorgaande en gelijkaardige veroordeling, kan deze straf zelfs worden verdubbeld.
Zaak aanmeldenVoorrang verlenen en maneuvers
Als het op verkeersveiligheid aankomt, zijn kennis en naleving van de voorrangsregels van cruciaal belang. Een van de belangrijkste regels in het verkeer is de voorrang van rechts. Volgens deze fundamentele regel moet iedere bestuurder voorrang verlenen aan de weggebruiker die van rechts komt. Deze regel is vaak van toepassing, maar uiteraard zijn er ook beperkingen op. Daarnaast is de voorrang van rechts niet de enige voorrangsregel.
Voorrang van rechts
Voorrang van rechts is de algemene regel op kruispunten waar geen verkeersborden of -lichten staan en houdt in dat elke bestuurder voorrang moet verlenen aan de weggebruiker die van rechts komt. Deze voorrangsregel geldt evenwel niet op rotondes en als de bestuurder die van rechts komt uit een verboden rijrichting komt. Bovendien geldt de voorrang van rechts voor alle bestuurders en is bijgevolg ook van toepassing voor fietsers.
Voorrang van rechts is een algemene regel en geldt dus niet alleen op kruispunten, maar ook op andere delen van de openbare weg, zoals parkings of pleinen.
De verplichting om voorrang te verlenen staat bovendien los van het gedrag van de bestuurder die voorrang heeft, zolang zijn handeling geen "onvoorzienbare hindernis" vormt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de voorrang hebbende bestuurder zonder lichten aankomt of te snel rijdt en daardoor de verwachtingen van de bestuurder die voorrang dient te verlenen verstoort. Of een bepaalde handeling een “onvoorzienbare hindernis” vormt, zal afhangen van de specifieke omstandigheden.
Er zijn evenwel uitzonderingen op deze regel. De weggebruiker die van rechts komt hoeft geen voorrang te krijgen als hij vanuit een weg met een verkeersbord B1 (omgekeerde driehoek) of B5 (stopbord) komt of als hij van een onverharde weg of pad op een openbare weg met rijbaan komt. In deze gevallen moet de bestuurder die van rechts komt voorrang geven aan de weggebruikers die al op de openbare weg rijden.
Kan men de voorrang verliezen?
Vroeger gold de regel dat men zijn voorrang van rechts verloor zodra men stopte. Deze regel werd echter in 2007 uit de wet geschrapt. Sindsdien behouden bestuurders die van rechts komen altijd hun voorrang, zelfs wanneer ze eerder gestopt zijn.
Voorrangsregels bij manoeuvres
De regel voor voorrang van rechts geldt ook niet wanneer de bestuurder een manoeuvre wil uitvoeren. In deze gevallen moet de bestuurder die een manoeuvre wil uitvoeren, voorrang verlenen aan andere weggebruikers. Bovendien mag hij slecht verder rijden als dit geen gevaar oplevert voor andere weggebruikers, rekening houdend met hun positie, snelheid en afstand.
Hoewel het Wegverkeersreglement geen exacte definitie van een manoeuvre geeft, omvat dit begrip bewegingen die het verkeer hinderen en veranderingen van richting omvatten. Als manoeuvres worden onder meer aanzien:
- Van rijstrook of van file veranderen;
- De rijbaan oversteken;
- Een parkeerplaats verlaten of oprijden;
- Uit een aanpalende eigendom komen;
- Keren of achteruitrijden.
Vooraleer dus zomaar een rijbaan over te steken of een parkeerplaats te verlaten, moet men voorrang verlenen aan andere weggebruikers.
Deze regel geldt niet wanneer meerdere bestuurders gelijktijdig een manoeuvre uitvoeren, waarbij het irrelevant is wie het eerste met zijn manoeuvre is begonnen. In dit geval dienen de “andere bepalingen” van het wegverkeersreglement toegepast te worden.
Voorrang aan voertuigen en weggebruikers
Verder moeten alle weggebruikers voorrang verlenen aan specifieke voertuigen of weggebruikers. Dit geldt bijvoorbeeld voor spoorvoertuigen (trams of treinen) en prioritaire voertuigen (een voertuig uitgerust met blauwe knipperlichten en een sirene) zoals politie, ambulance en brandweer.
Andere specifieke situaties van voorrang zijn:
- De voorrang aan de autobus in de bebouwde kom die haar voornemen om de halteplaats te verlaten kenbaar heeft gemaakt;
- Voetgangers aan een oversteekplaats.
Ritsen
Ritsen is verplicht wanneer er bij sterk vertraagd verkeer sprake is van een wegversmalling, m.n. wanneer bij het rijden een rijstrook ophoudt of waarop het verder rijden wordt verhinderd. De bestuurders die rijden op de vrije rijstrook moeten vlak voor de versmalling beurtelings voorrang verlenen aan één invoegende bestuurder. In geval het rijden in zowel de linker als rechter rijstrook wordt verhinderd, moet eerst voorrang worden verleend aan een bestuurder op de rechter rijstrook en daarna aan een bestuurder op de linker rijstrook.
Onze partners
Verkeerswetgeving.be werkt onder andere met:
Moet u voorkomen voor de politierechtbank?
Aarzel niet om contact op te nemen met ons team van experten.
Contactformulier
U kunt van ons op werkdagen binnen 24 uur een inhoudelijke reactie verwachten.