Voor professionele chauffeurs ligt de strafbare grens op 0,2 promille (of 0,09 mg/l) en geldt dus een quasi nultolerantie.
Het betreft de houders van een rijbewijs van de categorieën C en E, alsook alle bestuurders die aan een zelfde medische keuring als deze chauffeurs dienen te voldoen (bv. bus-, vrachtwagen- en taxichauffeurs).
Zaak aanmeldena | b | a | b | a | b | a | b | a | b |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0,22 | 0,51 | 0,48 | 1,10 | 0,73 | 1,68 | 0,99 | 2,28 | 1,25 | 2,87 |
0,23 | 0,53 | 0,49 | 1,13 | 0,74 | 1,70 | 1,00 | 2,30 | 1,26 | 2,90 |
0,24 | 0,55 | 0,50 | 1,15 | 0,75 | 1,72 | 1,01 | 2,32 | 1,27 | 2,92 |
0,25 | 0,58 | 0,51 | 1,17 | 0,76 | 1,75 | 1,02 | 2,35 | 1,28 | 2,94 |
0,26 | 0,60 | 0,52 | 1,20 | 0,77 | 1,77 | 1,03 | 2,37 | 1,29 | 2,97 |
0,27 | 0,62 | 0,53 | 1,22 | 0,78 | 1,80 | 1,04 | 2,39 | 1,30 | 2,99 |
0,28 | 0,64 | 0,54 | 1,24 | 0,79 | 1,82 | 1,05 | 2,41 | 1,31 | 3,01 |
0,29 | 0,67 | 0,55 | 1,26 | 0,80 | 1,84 | 1,06 | 2,44 | 1,32 | 3,04 |
0,30 | 0,69 | 0,56 | 1,29 | 0,81 | 1,86 | 1,07 | 2,46 | 1,33 | 3,06 |
0,31 | 0,71 | 0,57 | 1,31 | 0,82 | 1,88 | 1,08 | 2,48 | 1,34 | 3,08 |
0,32 | 0,74 | 0,58 | 1,33 | 0,83 | 1,91 | 1,09 | 2,51 | 1,35 | 3,10 |
0,33 | 0,76 | 0,59 | 1,35 | 0,84 | 1,93 | 1,10 | 2,53 | 1,36 | 3,13 |
0,34 | 0,78 | 0,60 | 1,38 | 0,85 | 1,95 | 1,11 | 2,55 | 1,37 | 3,15 |
0,35 | 0,80 | 0,61 | 1,40 | 0,86 | 1,98 | 1,12 | 2,58 | 1,38 | 3,17 |
0,36 | 0,83 | 0,62 | 1,42 | 0,87 | 2,00 | 1,13 | 2,60 | 1,39 | 3,20 |
0,37 | 0,85 | 0,63 | 1,45 | 0,88 | 2,02 | 1,14 | 2,62 | 1,40 | 3,22 |
0,38 | 0,87 | 0,64 | 1,47 | 0,89 | 2,05 | 1,15 | 2,64 | 1,41 | 3,24 |
0,39 | 0,90 | 0,65 | 1,49 | 0,90 | 2,07 | 1,16 | 2,67 | 1,42 | 3,27 |
0,40 | 0,92 | 0,66 | 1,52 | 0,91 | 2,09 | 1,17 | 2,70 | 1,43 | 3,29 |
0,41 | 0,94 | 0,67 | 1,54 | 0,92 | 2,12 | 1,18 | 2,71 | 1,44 | 3,31 |
0,42 | 0,96 | 0,68 | 1,56 | 0,93 | 2,14 | 1,19 | 2,74 | 1,45 | 3,33 |
0,43 | 0,99 | 0,69 | 1,59 | 0,94 | 2,16 | 1,20 | 2,76 | 1,46 | 3,36 |
0,44 | 1,01 | 0,70 | 1,61 | 0,95 | 2,18 | 1,21 | 2,78 | 1,47 | 3,38 |
0,45 | 1,03 | 0,71 | 1,63 | 0,96 | 2,21 | 1,22 | 2,81 | 1,48 | 3,40 |
0,46 | 1,06 | 0,72 | 1,66 | 0,97 | 2,23 | 1,23 | 2,83 | 1,49 | 3,43 |
0,47 | 1,08 | 0,98 | 2,25 | 1,24 | 2,85 | 1,50 | 3,45 |
Er wordt een onderscheid gemaakt maken tussen het geïntoxiceerd rijden en het rijden in staat van dronkenschap.
Bij alcoholintoxicatie is er sprake van een vaststelling van een te hoge alcoholopname in het bloed van de bestuurder.
Elke alcoholconcentratie hoger dan 0,5 promille (of 0,22 mg/l) is strafbaar.
Deze intoxicatie wordt kan in principe met alle middelen van recht worden aangetoond, maar in de praktijk wordt deze veelal aangetoond aan de hand van een ademanalyse en/of een bloedanalyse.
De wetgever maakt vervolgens een onderscheid naargelang de hoogte van de alcoholintoxicatie.
Bij dronkenschap bevindt de bestuurder zich in een toestand waarbij hij niet langer zijn daden blijvend beheerst, zonder noodzakelijkerwijze het besef ervan te hebben verloren (Cass. 13 februari 2002). Volgens een andere definitie van het Hof van Cassatie is men dronken indien men zich zodanig onder invloed bevindt van alcoholische dranken dat men de bestendige controle over zijn daden verloren heeft, zonder dat men noodzakelijkerwijze ook het bewustzijn ervan verloren heeft (Cass. 17 augustus 1978).
Ook dronkenschap kan met alle middelen van recht worden aangetoond, maar in de praktijk zal men kijken naar de vaststellingen van de verbalisanten die de tekenen van dronkenschap nagaan en noteren in het proces-verbaal.
De staat van dronkenschap is onafhankelijk van de graad van alcoholintoxicatie. Een zeer hoge intoxicatie levert op zich niet het bewijs van dronkenschap.
Niet alleen het sturen in staat van dronkenschap op basis van alcohol wordt bestraft, maar ook het rijden in een ‘soortgelijke staat’, zoals ten gevolge van drugs of geneesmiddelen.
Vanaf 1 juli 2018 zijn rechters verplicht om een alcoholslot op te leggen aan bestuurders met een alcoholconcentratie van 1,8 promille (0,78 mg/l uitgeademde alveolaire lucht) of meer in het bloed, tenzij ze uitdrukkelijk motiveren waarom ze die straf niet opportuun vinden voor de betrokkene.
Voor betrokkenen die vallen onder de regeling van herhaling ligt de grens op 1,2 promille (0,50 mg/l UAL) en dient de Politierechtbank het alcoholslot verplicht op te leggen.
Voor professionele bestuurders is het wel mogelijk om het alcoholslot alleen op te leggen in hun privéwagen.
Indien u binnen drie jaren na een veroordeling opnieuw een snelheidsovertreding begaat, riskeert u een verdubbeling van de geldboete.
Bovendien is er sprake van een zogenaamde ‘gekruiste’ recidive, waardoor ook een combinatie van de zwaarste verkeersovertredingen binnen drie jaar bestraft kan worden. Bijvoorbeeld: een bestuurder die veroordeeld werd voor dronkenschap en binnen de drie jaar een radarverklikker gebruikt, valt onder de recidiveregels.
Recidive is het begaan van een nieuwe overtreding binnen drie jaar na een veroordeling door een rechter.
De overtredingen die voor deze recidiveregel in aanmerking komen, zijn de volgende:
Niet enkel de bestuurder of begeleider kan strafbaar worden gesteld.
Ook personen die geïntoxiceerde of dronken bestuurders aanzetten of uitdagen tot het besturen van een voertuig of rijdier of tot het begeleiden met het oog op scholing; riskeren een geldboete van 1.800 EUR tot 16.000 EUR.
Dit geldt eveneens voor personen die hun voertuig toevertrouwen aan dergelijke personen. Het louter toevertrouwen van de sleutels is echter niet voldoende om te worden bestraft.
Zowel de bestuurder van voertuigen en rijdieren, als de begeleider die de bestuurder begeleidt met het oog op de scholing, zijn strafbaar indien er sprake is van een te hoge intoxicatie, dan wel dronkenschap.
Het weigeren van medewerking aan de ademtest, -analyse en/of de bloedanalyse is strafbaar. De straf voor weigering van een ademtest, ademanalyse of bloedanalyse bestaat uit:
Aarzel niet om contact op te nemen met ons team van experten.
U kunt van ons op werkdagen binnen 24 uur een inhoudelijke reactie verwachten.