Nadat de zaak werd gepleit, spreekt de rechtbank een vonnis uit. Volgende straffen kunnen worden uitgesproken in het vonnis:
Er kan steeds een geldboete opgelegd worden. De geldboetes zoals deze vermeld worden in het Strafwetboek en de bijzondere wetten en reglementen moeten met factor 8 worden vermenigvuldigd.
Een geldboete van 20,00 EUR wordt dan ook een geldboete van (20,00 EUR x 8=) 160,00 EUR.
Naast een geldboete kan er ook een rijverbod worden opgelegd.
Er kan ook een gunst worden verleend door de politierechtbank om het rijverbod enkel in het weekend en op feestdagen op te leggen, het zogenaamde ‘weekendverval’. Dit betekent dat het rijverbod ingaat op vrijdagavond 20.00u en duurt tot zondagavond 20.00u of van 20.00u op de vooravond van een feestdag tot 20.00u op die feestdag. Dit is steeds een gunst die de politierechtbank kan toestaan. De rechtbank is niet verplicht dit toe te kennen.
Het weekendverval kan door de politierechtbank echter nooit toegestaan worden in geval van herhaling of wanneer één van de herstelexamens worden opgelegd.
Een rijverbod opgelegd door de politierechtbank gaat vaak gepaard met bepaalde examens en onderzoeken. Dit zijn de zogenaamde herstelexamens en -onderzoeken, die de veroordeelde met succes moet afleggen alvorens hij hersteld wordt in zijn recht tot sturen en dus opnieuw mag rijden.
Het gaat om de volgende proeven:
Op grond van art. 29, §4, 2e lid van de Wegverkeerswet kan de politierechter in zijn vonnis beslissen dat de kosten van de herstelonderzoeken en -examens, en de erelonen van de geneesheer en psycholoog worden gecompenseerd met de opgelegde geldboete.
Dit betekent dat u de kosten van de examens en proeven kunt aftrekken van de door de rechter opgelegde geldboete.
De politierechter kan u deze gunst alleen verlenen indien voor dezelfde feiten een rijverbod én een geldboete wordt uitgesproken. Bovendien kunnen slechts de kosten van de herstelonderzoeken en -examens die u een eerste maal aflegt in mindering gebracht worden. Indien u niet geslaagd bent in uw eerste examen/proef en u deze nadien opnieuw zou moeten afleggen, kan u de kosten van uw tweede poging niet recupereren.
https://www.legaloffice.be/blog/alcohol-in-het-verkeer-het-alcoholslot
Rechters hebben de mogelijkheid om een alcoholslot op te leggen. Indien een alcoholslot wordt opgelegd houdt dit in dat de veroordeelde bestuurder enkel een voertuig mag besturen dat voorzien is van een alcoholslot. Maar wat houdt zo’n alcoholslot concreet in? In welke gevallen is de rechter verplicht om het alcoholslot op te leggen? En hoeveel bedraagt de kostprijs ervan?
Het alcoholslot in concreto
Een alcoholslot is een toestel dat in het voertuig wordt ingebouwd en wordt verbonden met de startmotor van het voertuig. Om het voertuig te kunnen opstarten moet de bestuurder eerst in het alcoholslot blazen. Het alcoholslot meet vervolgens de hoeveelheid alcohol.
Enkel wanneer de bestuurder een negatieve alcoholtest aflegt (minder dan 0,09 mg/l uitgeademde alveolaire lucht (UAL) of minder dan 0,2 promille alcohol in het bloed) zal het voertuig gestart kunnen worden.
Niet enkel bij het starten van de motor, maar ook tijdens het rijden kan het alcoholslot op verschillende ogenblikken aan de bestuurder vragen om opnieuw te blazen. Op die manier worden de nodige garanties gewaarborgd. Indien een positieve alcoholtest wordt waargenomen zal de motor immers afslaan.
Wanneer is een alcoholslot verplicht?
Om op deze vraag een antwoord te kunnen bieden moet gekeken worden naar de datum van de feiten.
Indien de feiten gepleegd zijn voor 1 juli 2018 kan de rechter in geval van lichte intoxicatie(vanaf 0,35 mg/UAL),dronkenschap ofherhaling een alcoholslot opleggen. Hij is hiertoe echter niet verplicht. De rechter heeft de vrije keuze.
Het alcoholslot kan worden opgelegd van één jaar tot drie jaar of levenslang.
In geval van lichte intoxicatie (vanaf 0,35 mg/UAL of 0,8 promille) of dronkenschap blijft de rechter de vrije keuze behouden en is hij niet verplicht om een alcoholslot op te leggen.
In geval van zware intoxicatie (vanaf 0,78 mg/UAL of 1,8 promille) heeft de rechter geen keuzevrijheid en is hij in principeverplicht een alcoholslot op te leggen. Enkel wanneer de rechter expliciet motiveert kan hij van deze verplichting afwijken.
In geval van recidive beschikt de rechter zelfs niet over een afwijkingsmogelijkheid. Er is sprake van recidive wanneer een bestuurder binnen de drie jaar opnieuw wordt veroordeeld voor een alcoholintoxicatie van 0,50 mg/UAL of 1,2 promille. In dat geval moet de rechter een alcoholslot opleggen.
Het alcoholslot kan steeds voor één jaar tot drie jaar of levenslang worden opgelegd.
Verder kunnen rechters beslissen om bepaalde voertuigcategorieën niet met een alcoholslot uit te rusten. Dit is echter enkel mogelijk voor voertuigcategorieën waarmee de overtreding niet werd begaan. In geval van recidive is dit zelfs niet mogelijk.
Feitelijk verval
Beschikt de bestuurder die tot een alcoholslot werd veroordeeld ook over een andere oplossing dan de plaatsing van een alcoholslot? Ja, dit is inderdaad het geval.
De tot een alcoholslot veroordeelde bestuurder kan ervoor opteren om zijn rijbewijs in te leveren voor de duur van het alcoholslot. Op die manier wordt in een feitelijk verval voorzien voor de duurtijd van het opgelegde alcoholslot.
Het omkaderingsprogramma
Indien een alcoholslot wordt opgelegd ontvangt de bestuurder een officiële kennisgeving van deze veroordeling via het Openbaar Ministerie. Bij deze kennisgeving wordt een lijst gevoegd met de erkende dienstencentra en omkaderingsinstellingen.
Buiten de plaatsing van het alcoholslot moet de bestuurder immers ook een omkaderingsprogramma volgen bij een erkende omkaderingsinstelling.
Dit omkaderingsprogramma omvat:
De kostprijs van het alcoholslot
Aan het alcoholslot is een (groot) financieel kaartje verbonden. Zo is er niet alleen de kost van het alcoholslot, maar ook de kost van het omkaderingsprogramma.
De kostprijs van het alcoholslot varieert naargelang men kiest voor de aankoop dan wel voor de huur van een alcoholslot.
De kosten van het alcoholsysteem moeten steeds door de bestuurder zelf betaald worden, maar de rechter heeft wel de mogelijkheid om deze kosten geheel of gedeeltelijk in mindering te brengen bij de geldboete die wordt opgelegd.
Sanctie
In geval van niet naleving van de voorwaarden van het opgelegde programma zal het Openbaar Ministerie hiervan op de hoogte worden gebracht. Het Openbaar Ministerie kan beslissen om de betrokkene opnieuw te dagvaarden.
In geval van het niet (correct) naleven van de aan het alcoholslot opgelegde voorwaarden riskeert men een gevangenisstraf van 15 dagen tot 2 jaar en/of een geldboete van 500,- EUR tot 2.0000,- EUR (beide te vermenigvuldigen met opdeciemen, thans maal 8, dus 4.000,- EUR tot 16.000,- EUR) en een rijverbod van minimum dezelfde periode als de periode van het opgelegde alcoholslot.
Indien een alcoholslot werd opgelegd heeft u er dan ook alle belang bij om het programma en de hieraan verbonden voorwaarden correct na te leven.
Inbeslagname van een voertuig is een bewarende maatregel uitgaande van een procureur of onderzoeksrechter. Het voertuig waarmee een overtreding/misdrijf is gepleegd kan bijgevolg tijdelijk bewaard worden.
Daarnaast kan het voertuig ook in beslag genomen worden en vervolgens verbeurdverklaard. Het voertuig wordt vervolgens toegewezen aan de Belgische Staat.
Verbeurdverklaring is ook mogelijk zonder voorafgaand beslag.
Het is de politierechter die bevoegd is een beslissing te nemen over het eventueel in beslag genomen voertuig.
Naast de boete worden u steeds gerechtskosten ten laste gelegd.
Vooreerst is er de kost van dagvaarding die steeds moet betaald worden, tenzij u wordt vrijgesproken voor de ten laste gelegde feiten.
Daarnaast, als de politierechtbank u veroordeelt tot een geldboete hoger dan 25,- EUR (nog te vermeerderen met de opdeciemen), dient u tevens een bepaalde som geld te betalen als bijdrage aan het Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders.
Deze verplichte bijdrage is geen straf en wordt altijd opgelegd. Op dit moment bedraagt de bijdrage 25,- EUR x 8 opdeciemen, dus 200,- EUR.
Tot slot dient u tevens een bedrag van 20,- EUR te betalen ingevolge het fonds voor juridische tweedelijnsbijstand. Met de opbrengsten van het fonds wil Justitie de juridische tweedelijnsbijstand (gekend als 'pro deo' diensten door een advocaat) aanvullend financieren. Zo blijft justitie toegankelijk voor minder begoede rechtzoekenden en kunnen de advocaten die zulke prestaties leveren, rekenen op een billijke vergoeding.
Uitstel
De rechter die u veroordeelt en u een straf oplegt, kan beslissen dat de uitvoering van de straf voor een bepaalde termijn wordt uitgesteld en u deze straf dus niet moet ondergaan. Deze proeftermijn kan, afhankelijk van de feiten, lopen van 1 jaar tot 5 jaar.
Het uitstel kan worden herroepen, wat impliceert dat de straf effectief zal worden uitgevoerd, indien u tijdens de proeftijd een nieuw feit pleegt waarvoor u opnieuw veroordeeld wordt.
Een uitstel is enkel mogelijk wanneer men nog niet eerder veroordeeld is tot een gevangenisstraf van meer dan 12 maanden.
Opschorting
Een opschorting houdt in dat de rechtbank oordeelt dat de feiten die u ten laste worden gelegd, bewezen zijn, maar dat hij zijn uitspraak van veroordeling voor een bepaalde termijn opschort. Deze termijn, ook wel proeftermijn genoemd, kan afhankelijk van de feiten lopen van 1 tot 5 jaar. In geval van opschorting wordt aan u geen veroordeling of straf opgelegd.
De rechter kan enkel een opschorting uitspreken als:
Als u tijdens de proeftermijn nieuwe strafbare feiten pleegt waarvoor u wordt veroordeeld, kan de opschorting worden herroepen. In dat geval zal de rechter ook een straf uitspreken voor het eerste misdrijf.
Werkstraf
Als de rechtbank u tot een werkstraf veroordeelt, veroordeelt hij u tot het uitvoeren van een bepaalde activiteit ten bate van de samenleving en dit in uw vrije tijd. U kunt ook zelf aan de rechter vragen om u een werkstraf op te leggen.
De werkstraf wordt uitgedrukt in uren en kan in principe minimum 20 en maximum 300 uren bedragen. U moet deze straf uitvoeren binnen de 12 maanden na de veroordeling, tenzij uitzonderlijke omstandigheden een verlenging zouden rechtvaardigen (bijvoorbeeld ingeval van ziekte).
U moet met een werkstraf concreet instemmen.
Probatie opschorting en -uitstel
Verder kan de rechtbank aan de proeftermijn van een opschorting of uitstel bepaalde voorwaarden koppelen. Bv. een zinvolle dagbesteding vinden en behouden, het volgen van een behandeling voor alcohol en/of drugsverslaving, de verplichting om een vorming te volgen, het verbod om bepaalde personen te ontmoeten… Men spreekt dan van een probatie opschorting of probatie uitstel.
Het is belangrijk om deze voorwaarden correct na te leven, aangezien dit anders kan leiden tot een aanpassing van de voorwaarden of zelfs een herroeping van de probatie opschorting of het probatie uitstel. U riskeert dan alsnog dat een effectieve straf wordt opgelegd.
Aarzel niet om contact op te nemen met ons team van experten.
U kunt van ons op werkdagen binnen 24 uur een inhoudelijke reactie verwachten.